“Ik verwacht op Europees niveau een bescherming van onze concurrentiepositie”
Ivan Pelgrims, General Manager Evonik Antwerpen
De Europese industrie staat momenteel voor een aantal grote uitdagingen. Bedrijven in verschillende sectoren worden geconfronteerd met sluitingen en verplaatsingen van productie naar andere regio’s, vaak als gevolg van de stijgende energieprijzen, een verslechterend geopolitiek landschap, en misschien ook wel een verschuivende wereldhandel. Tegelijkertijd komt de discussie over strategische autonomie in Europa steeds meer op de agenda, waarbij landen proberen hun afhankelijkheid van externe markten te verminderen, vooral op het gebied van technologie en energie.
Deze complexe factoren zorgen ervoor dat de Europese industrie zich opnieuw moet uitvinden en zich moet aanpassen aan een steeds veranderende wereld. In dat kader spreken we met Ivan Pelgrims, General Manager bij Evonik Antwerpen. Dit is de grootste buitenlandse vestiging van Evonik Industries, gelegen op het 109 hectare grote Chemiepark Lillo. In aanloop naar de 20ste Havenconferentie, waar hij één van de keynote sprekers is, stelden we hem alvast 5 vragen.
Op welke prestatie van het afgelopen jaar bent u het meest trots?
2025 is nog jong, maar als ik naar 2024 mag kijken, dan oprecht het verkrijgen van onze hervergunning. We zijn in 2019 met het opstellen van alle documenten gestart. We kregen een vergunning van de provincie Antwerpen, waartegen BBL (Bond Beter Leefmilieu) bezwaar aantekende. Daarna kregen we een vergunning voor 2 jaar. Dit alles in een periode waar er eigenlijk nog geen robuuste wetgeving was. Of is eigenlijk … Na het afronden van 15 studies en het opstellen van een klimaatplan, kregen we eerst een felicitaties van diezelfde BBL en een definitieve hervergunning van de Vlaamse minister van Omgeving. Ik kan u zeggen dat zowel mijn Duitse bazen als wij zelf in Antwerpen hier heel blij mee waren.
Wat moet er morgen anders binnen uw sector om concurrerend te kunnen blijven internationaal gezien en om de industrie te behouden in België?
Eigenlijk best wel veel. De uitdagingen zijn groot. Hoge energieprijzen, veel administratieve rompslomp, hoge lonen met automatische indexatie, onvoldoende elektriciteit, meer steun voor O&O en de ontwikkeling van nieuwe technieken zoals industriële warmtepompen, enz. Maar we moeten ook realistisch zijn. En dus verwacht ik twee zaken: 1. Een duidelijk industrieel kader waarbij industrievriendelijke en technologie neutrale wetten worden gestemd. Europees, federaal en Vlaams. 2. Op Europees niveau een bescherming van onze concurrentiepositie. (hier ga ik graag op de Havenconferentie verder op in!)
Op welke manier gaat de Clean Industrial Deal bijdragen voor Evonik Antwerpen?
Zoals gezegd een industrievriendelijk beleid. We verwachten op zich geen geld. Geef ons een wettelijk robuust kader, een gelijk level playing field en laat de eerlijke concurrentie spelen. Voor de Europese bedrijven maar ook voor de niet-Europese bedrijven !
Kunt u 1 mooi initiatief noemen van uw bedrijf in de verdere verduurzaming en aangeven waarom dit relevant is?
Zeer zeker het Ecluse II project. Met dit project verbinden we het stoomnetwerk Ecluse I op de Schelde linkeroever met de rechteroever tot bij ons. Met dit project zullen we de helft van de CO2-uitstoot scope 1 & 2 kunnen reduceren. Een zeer mooi resultaat, maar vooral een voorbeeld van hoe twee bedrijven echt wilden samenwerken om tot een gemeenschappelijk resultaat te komen.
Hoe duurzaam bent u zelf?
Ik denk echt wel dat we duurzaam zijn. Een goed geïsoleerde woning, elektrisch rijden, zonnepanelen, een warmteboiler tot en met een compostvat. Alles kan beter, maar we doen ons best!
—-
Wilt u op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen in de wereld van de havens en meer interessante interviews en artikelen zien? Abonneer dan op onze nieuwsbrief. Meer weten over de Havenconferentie op 25 maart? Kijk dan op www.havenconferentie.be
Deel dit artikel
